Hoe doe je dat?
Anders gezegd: een organisatorische uitdaging. Leerlingen, stagiaires en oud-medewerkers die de zorg hadden verlaten, zorgden voor enige verlichting. Hoe dan ook werd de inzet van personeel dat níet ziek was, waar mogelijk flink verhoogd. Er werden extra diensten gedraaid en overgewerkt om het vele werk gedaan te krijgen.
Maar…
Dat vele extra werken zorgde echter wel voor een addertje onder het gras. Met de invoering van de Wab (Wet Arbeidsmarkt in Balans) is bepaald dat werkgevers voor werknemers met een vast contract een lagere WW-premie betalen dan voor werknemers met een tijdelijk contract. Deze maatregel is bedoeld om het aanbieden van een vast contract te stimuleren. Maar in de wet staat ook dat een werkgever de hoge WW-premie moet betalen voor werknemers met een vast contract die in een kalenderjaar meer dan 30 procent overwerken. In de zorg was dat de afgelopen maanden eerder regel dan uitzondering. Dat betekent feitelijk dat werkgevers die medewerkers met een vast contract en veel extra uren in de afgelopen maanden, ‘gestraft’ worden met een hogere WW-premie.
Aanpassing
Dat kan niet de bedoeling zijn. Gelukkig zag de overheid dat ook in. ‘Niet wenselijk’, oordeelde Wouter Koolmees, de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. Hij zal daarom een aanpassing van de wet uitwerken die van toepassing is in het jaar 2020, waarbij de hoge WW-premie bij meer dan 30 procent overwerk niet geldt bij vaste contracten. Waarvan akte.